Skip to main content

Anderhalf jaar geleden coachte ik een cliënt die deed waar ze ontzettend goed in was. Ze werkte op een administratiekantoor en was de structuur held van het team. Ze was goed met cijfers en lijstjes en wist perfect de regels te hanteren om orde in alle chaos te scheppen. Dit werk deed ze al ruim acht jaar met twee vingers in haar neus. Ze werd op handen gedragen door haar team en ook haar baas sprak vol lof over haar. Klinkt goed? Tóch werd ze doodongelukkig van haar werk. De Excel-sheets kwamen haar neus uit en ze vond het ontzettend saai. Het werk waar ze zo goed in was, zoog haar juist helemaal leeg.

Hoe kom ik erachter waar ik goed in ben?’ is voor mij daarom ook altijd een beetje een strikvraag. Je kunt, net als mijn cliënt op het administratiekantoor, doen waar je super goed in bent. Dat wil nog niet altijd zeggen dat je dan meteen je droombaan te pakken hebt. Of dat je iets doet waar je hart sneller van gaat kloppen. We kunnen namelijk ontzettend goed in iets zijn (geworden), wat we van nature helemaal niet meegekregen hebben. Dan zijn we goed geworden in een trucje dat we onszelf hebben aangeleerd.

Trucje of aangeboren kwaliteit?

Zo kun je bijvoorbeeld het met gemak aan mij overlaten als er iets geregeld moet worden. Ik ben goed in actie ondernemen en ik ken “de juiste mensen”. Je kunt mij een echt organisatietalent noemen. Ik ben echter niet met organisatietalent geboren! Waar ik wél mee geboren ben, is met bijvoorbeeld creativiteit. Niet persé met mijn handen, maar wél in het bedenken van ideeën. Om orde in de chaos (in mijn hoofd) te scheppen, heb ik mezelf een trucje aangeleerd: structureren & organiseren. Ben ik héél goed in geworden. Maar het kost me wél moeite. Vraag me daarom niet om het dorpsfeest mee te organiseren. Of als ceremoniemeester voor je bruiloft. Want ondanks dat ik dit goed zou kunnen, maak je me er écht niet blij mee. Dat ik er goed in ben (en alles in een poep en een scheet geregeld heb) wil nog niet zeggen dat ik het automatisch ook héérlijk vind om te doen. Stel jezelf de juiste vraag. Dus, wat mij betreft: weg met de vraag ‘hoe kom ik erachter waar ik goed in ben?’. Maar goed, wat dan wel?

Je kunt jezelf beter de volgende vragen stellen:

  • Wat vind ik leuk om te doen?
  • Wat zorgt ervoor dat ik, als ik ermee bezig ben, volledig de tijd vergeet?
  • Op welke momenten voel ik me het meest mezelf?
  • Bij welke taken ontspan ik? In plaats van dat ik er inspanning voor moet leveren?

De antwoorden op dié vragen, helpen je bij het uitvinden welk werk goed bij je past. Als je doet wat je leuk vind, word je daar vanzelf goed in. Want je hebt wil en drive om er goed in te worden. Terwijl je, als je ergens goed in bent maar het vreselijk vindt om te doen, je nog zo hard kunt proberen en nog zo hard je best kunt gaan doen: het gaat ‘m toch nooit worden.

Blinde vlekken

De dingen waar we goed in zijn, zijn vaak de dingen die ons moeiteloos afgaan. Die we zelf als ‘niks bijzonders’ af doen. Stel: jij weet van al je vrienden wanneer ze naar de huisarts moeten, een belangrijke afspraak op hun werk hebben of wanneer ze niet lekker in hun vel zitten. Je hebt deze informatie allemaal opgeslagen in je bovenkamer, maar daarnaast onderneem je daar óók nog actie op. Jij bent van de kaartjes, lieve appjes of een bloemetje in tijden van nood. Je vindt dit de normaalste zaak van de wereld.

Maar, is dit wel ‘zo normaal’?

Nee, dat is het niet!

Het is een hele mooie eigenschap van jou, waar niet iedereen over beschikt. Er bestaan namelijk de liefste vrienden van de hele wereld, die bijvoorbeeld wél je verjaardag vergeten. Of nooit uit zichzelf vragen hoe het met je gaat.

Wanneer werken niet als werken voelt..

De eigenschappen die jou schijnbaar moeiteloos afgaan… De dingen die je eigenlijk vanzelfsprekend ook van anderen verwacht, omdat jij dit ‘heel normaal’ vindt… De zaken waar je je soms wel eens aan irriteert wanneer anderen er niet over beschikken – want: ‘hallo, hoeveel moeite kost dat nou!?’, dát zijn de dingen waar je van nature heel erg goed in bent. Die gaan jou moeiteloos af. En die kwaliteiten wil je voor 80% van de tijd terug laten komen in je werk! Want dan voelt werken toch nooit meer als werken?

<<< Terug naar het overzicht